28 Min.

Migrantenvrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld komen niet terecht bij juiste instanties Radio Dalmar - Educatieve Radio

    • Selbstverwirklichung

Migrantenvrouwen die hulp en opvang zoeken omdat ze slachtoffer zijn van huiselijk geweld en seksueel geweld, blijven vaak ‘hangen’ bij informele vrouwenorganisaties en komen zo niet terecht bij instanties als de politie of Veilig Thuis.
Dit blijkt uit een rondgang van De Balie Live Journalism en Pointer langs 17 informele vrouwenorganisaties in Amsterdam. Deze organisaties voor vrouwen en meisjes zijn diepgeworteld in de wijk, laagdrempelig en vaak de eerste plek waar vrouwen aankloppen voor hulp. Ze hebben een belangrijke signaleringsfunctie en verwijzen door naar de politie of formele hulpinstanties zoals het meld -en adviespunt Veilig Thuis, of Blijf Groep, die opvanghuizen in heel Nederland heeft. Maar in de praktijk blijkt dat een deel van de vrouwen die hulp of opvang zoekt niet doorstroomt naar deze instanties.



De vrouwenorganisaties hebben inloopspreekuren, bieden weerbaarheidstrainingen en ondersteuning bij problemen. Er zijn koffieochtenden, dansworkshops en kooklessen. Activiteiten waarbij de ontmoeting centraal staat. Het idee: als je vrouwen eenmaal binnen hebt, vertellen ze misschien ook wat er mis gaat. De organisaties zijn veelal opgezet voor en door vrouwen met een migratieachtergrond. Denk aan verenigingen voor Sudanese, Eritrese en Syrische vrouwen.



Bij Ikram Chiddi, voorzitter van De Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland (MVVN) klopten er afgelopen jaar tientallen vrouwen aan voor hulp of opvang bij huiselijk geweld. De vereniging heeft zelf geen bedden en probeert vrouwen in de reguliere opvang te krijgen. “Bij de MVVN doen we niet aan breien of kookles. We strijden voor het fundamentele recht van vrouwen op bescherming en gaan vaak mee met vrouwen die aangifte doen”. Volgens haar werkt het huidige opvangsysteem niet en is er sprake van ontmoedigingsbeleid.



Volgens Chiddi worden vrouwen niet geholpen door discriminatie in de screening van formele organisaties, zoals politie en Veilig Thuis. “Dit speelt met name bij vrouwen met een afhankelijke verblijfsvergunning. Er wordt dan gevraagd: waarom ben je in Nederland? En waarom ga je niet terug naar je eigen land?” Veel van de vrouwen die zij doorverwijst krijgen in beginsel geen opvangplek, vertelt Chiddi. “Vaak genoeg hebben we vrouwen later, met behulp van advocaten, toch de vrouwenopvang in gekregen, omdat ze er dus wel recht op hebben.”



Vrouwen krijgen volgens de MVVN vaak te horen dat de dreiging niet acuut genoeg zou zijn. “Dat komt over als: laat je in elkaar rammen en kom dan terug, dan kunnen we pas iets voor je doen. Terwijl deze vrouw nu zorg nodig heeft.” Ook als een vrouw wel door een screening voor opvang komt, kan het lang duren. Tja en dan staat ze op straat. Dit is gevaarlijk, want hierdoor verdwijnen ze van de radar.”



Op een matje

Rafia Aallouch, directeur van Stichting Home Empowerment, helpt vrouwen die te maken hebben met huiselijk geweld. “Blijf Groep of Veilig Thuis zeggen vaak tegen ons: het is gewoon een huisvestingsprobleem, ga eerst maar eens rondkijken bij familie en vrienden. Maar dan zijn we zo weer twee maanden verder, en die mevrouw heeft al die tijd geen eigen huis”.



Meerdere organisaties kregen het huisvestingsargument te horen. Hanneke Bakker, directeur bij Blijf Groep, laat in een reactie weten inderdaad soms tegen organisaties te zeggen dat het meer een huisvestingsprobleem is. “Er is niet altijd directe onveiligheid aan de orde. We moeten ook strakke kaders hebben, omdat er gewoon niet veel plekken zijn.” Twee jaar geleden trok Blijf Groep al aan de bel over dit tekort. Er komt een uitbreiding van de opvangplekken, maar dat zal pas eind 2025 gerealiseerd zijn.



Een woordvoerder van Veilig Thuis Amsterdam benadrukt ook dat de schaarste aan opvangplekken dwingt tot duidelijke kaders. “Wij herkennen dat het soms moeite kost om tot een gepaste oplossing te komen, en dat er soms behoefte is aan meer snelheid, tegelijkertijd moeten wij ook rekening houden met een wette

Migrantenvrouwen die hulp en opvang zoeken omdat ze slachtoffer zijn van huiselijk geweld en seksueel geweld, blijven vaak ‘hangen’ bij informele vrouwenorganisaties en komen zo niet terecht bij instanties als de politie of Veilig Thuis.
Dit blijkt uit een rondgang van De Balie Live Journalism en Pointer langs 17 informele vrouwenorganisaties in Amsterdam. Deze organisaties voor vrouwen en meisjes zijn diepgeworteld in de wijk, laagdrempelig en vaak de eerste plek waar vrouwen aankloppen voor hulp. Ze hebben een belangrijke signaleringsfunctie en verwijzen door naar de politie of formele hulpinstanties zoals het meld -en adviespunt Veilig Thuis, of Blijf Groep, die opvanghuizen in heel Nederland heeft. Maar in de praktijk blijkt dat een deel van de vrouwen die hulp of opvang zoekt niet doorstroomt naar deze instanties.



De vrouwenorganisaties hebben inloopspreekuren, bieden weerbaarheidstrainingen en ondersteuning bij problemen. Er zijn koffieochtenden, dansworkshops en kooklessen. Activiteiten waarbij de ontmoeting centraal staat. Het idee: als je vrouwen eenmaal binnen hebt, vertellen ze misschien ook wat er mis gaat. De organisaties zijn veelal opgezet voor en door vrouwen met een migratieachtergrond. Denk aan verenigingen voor Sudanese, Eritrese en Syrische vrouwen.



Bij Ikram Chiddi, voorzitter van De Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland (MVVN) klopten er afgelopen jaar tientallen vrouwen aan voor hulp of opvang bij huiselijk geweld. De vereniging heeft zelf geen bedden en probeert vrouwen in de reguliere opvang te krijgen. “Bij de MVVN doen we niet aan breien of kookles. We strijden voor het fundamentele recht van vrouwen op bescherming en gaan vaak mee met vrouwen die aangifte doen”. Volgens haar werkt het huidige opvangsysteem niet en is er sprake van ontmoedigingsbeleid.



Volgens Chiddi worden vrouwen niet geholpen door discriminatie in de screening van formele organisaties, zoals politie en Veilig Thuis. “Dit speelt met name bij vrouwen met een afhankelijke verblijfsvergunning. Er wordt dan gevraagd: waarom ben je in Nederland? En waarom ga je niet terug naar je eigen land?” Veel van de vrouwen die zij doorverwijst krijgen in beginsel geen opvangplek, vertelt Chiddi. “Vaak genoeg hebben we vrouwen later, met behulp van advocaten, toch de vrouwenopvang in gekregen, omdat ze er dus wel recht op hebben.”



Vrouwen krijgen volgens de MVVN vaak te horen dat de dreiging niet acuut genoeg zou zijn. “Dat komt over als: laat je in elkaar rammen en kom dan terug, dan kunnen we pas iets voor je doen. Terwijl deze vrouw nu zorg nodig heeft.” Ook als een vrouw wel door een screening voor opvang komt, kan het lang duren. Tja en dan staat ze op straat. Dit is gevaarlijk, want hierdoor verdwijnen ze van de radar.”



Op een matje

Rafia Aallouch, directeur van Stichting Home Empowerment, helpt vrouwen die te maken hebben met huiselijk geweld. “Blijf Groep of Veilig Thuis zeggen vaak tegen ons: het is gewoon een huisvestingsprobleem, ga eerst maar eens rondkijken bij familie en vrienden. Maar dan zijn we zo weer twee maanden verder, en die mevrouw heeft al die tijd geen eigen huis”.



Meerdere organisaties kregen het huisvestingsargument te horen. Hanneke Bakker, directeur bij Blijf Groep, laat in een reactie weten inderdaad soms tegen organisaties te zeggen dat het meer een huisvestingsprobleem is. “Er is niet altijd directe onveiligheid aan de orde. We moeten ook strakke kaders hebben, omdat er gewoon niet veel plekken zijn.” Twee jaar geleden trok Blijf Groep al aan de bel over dit tekort. Er komt een uitbreiding van de opvangplekken, maar dat zal pas eind 2025 gerealiseerd zijn.



Een woordvoerder van Veilig Thuis Amsterdam benadrukt ook dat de schaarste aan opvangplekken dwingt tot duidelijke kaders. “Wij herkennen dat het soms moeite kost om tot een gepaste oplossing te komen, en dat er soms behoefte is aan meer snelheid, tegelijkertijd moeten wij ook rekening houden met een wette

28 Min.