20 min.

103. Farao - deel 3 Gelukkig De Mens - De vrijzinnige Bijbelpodcast

    • Religie en spiritualiteit

En we zijn bij deel drie van onze reeks over farao aangekomen. En intussen zijn we bij Exodus, Mozes en de plagen aangeland. En dit keer gaat het over hoe farao eigenlijk een speelbal van God is. God heeft farao nodig. Hoe dat zit? Luister nu aflevering 103 van Gelukkig de mens.

Exodus 10:1-29

De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga naar de farao, want ik heb hem en zijn hovelingen zo halsstarrig gemaakt om in Egypte al deze wonderen te kunnen doen. Ook wil ik dat jij aan je kinderen en kleinkinderen kunt vertellen hoe hard ik tegen de Egyptenaren ben opgetreden en welke wonderen ik bij hen heb verricht. Dan zullen jullie inzien dat ik de HEER ben.’ Mozes en Aäron gingen naar de farao en zeiden: ‘Dit zegt de HEER, de God van de Hebreeën: Hoe lang blijft u nog weigeren u aan mij te onderwerpen? Laat mijn volk gaan om mij te vereren. Weigert u mijn volk te laten gaan, dan stuur ik morgen sprinkhanen op uw rijk af. Die zullen het land in zulke dichte zwermen bedekken dat er geen stukje grond meer te zien is. Ze zullen het weinige dat er na de hagel is overgeschoten opvreten en alle bomen die weer uitgelopen zijn kaalvreten. Uw paleis en de huizen van uw hovelingen en van alle andere Egyptenaren zullen er vol mee komen te zitten. Zoiets is op aarde nog nooit voorgevallen, eerdere generaties hebben zoiets nooit meegemaakt.’ Hierna keerde Mozes zich om en verliet het paleis. De hovelingen zeiden tegen de farao: ‘Hoe lang moet die man ons nog in de ellende storten? Laat die Israëlieten toch gaan om de HEER, hun God, te vereren. Ziet u dan nog steeds niet in dat Egypte zo te gronde gaat?’ Daarop werden Mozes en Aäron opnieuw bij de farao gebracht, en nu zei deze: ‘Ga de HEER, jullie God, dan maar vereren. Maar wie gaan er eigenlijk mee?’ Mozes antwoordde: ‘We gaan met jong en oud, met onze zonen en dochters, en we nemen ook onze schapen, geiten en runderen mee, want we gaan ter ere van de HEER een feest vieren.’ ‘Ik zou jullie nog eerder de hulp van de HEER toewensen,’ zei de farao, ‘dan dat ik jullie met je kinderen laat gaan! Jullie zijn niet veel goeds van plan. Het gebeurt niet! Alleen de mannen mogen gaan om de HEER te vereren. Dat is toch wat jullie wilden?’ En hij liet hen uit het paleis wegjagen.

Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Strek je arm uit over Egypte, dan komen er sprinkhanen, die alle planten zullen opvreten die de hagel heeft overgelaten.’ Mozes strekte zijn staf uit over Egypte, en toen liet de HEER die hele dag en die hele nacht een oostenwind over het land waaien. Toen de morgen aanbrak, had de wind de sprinkhanen aangevoerd. In grote zwermen streken ze in heel Egypte neer. Nooit eerder was er zo’n sprinkhanenplaag geweest en nooit zal er meer zo’n plaag komen. Overal zag de grond zwart van de sprinkhanen. Ze vraten alle planten en vruchten op die de hagel had overgelaten, zodat er nergens in Egypte aan bomen of planten nog iets groens te bekennen viel.

Haastig ontbood de farao Mozes en Aäron. ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER, uw God, en tegen u,’ zei hij. ‘Vergeef me mijn zonde nog deze ene keer en bid de HEER, uw God, dat hij mij nog van deze ene dodelijke plaag verlost.’ Hierop verliet Mozes het paleis en bad tot de HEER. En de HEER liet de wind draaien en aanzwellen tot een krachtige westenwind, die de sprinkhanen de Rietzee in joeg. In heel Egypte bleef geen sprinkhaan [...]

En we zijn bij deel drie van onze reeks over farao aangekomen. En intussen zijn we bij Exodus, Mozes en de plagen aangeland. En dit keer gaat het over hoe farao eigenlijk een speelbal van God is. God heeft farao nodig. Hoe dat zit? Luister nu aflevering 103 van Gelukkig de mens.

Exodus 10:1-29

De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga naar de farao, want ik heb hem en zijn hovelingen zo halsstarrig gemaakt om in Egypte al deze wonderen te kunnen doen. Ook wil ik dat jij aan je kinderen en kleinkinderen kunt vertellen hoe hard ik tegen de Egyptenaren ben opgetreden en welke wonderen ik bij hen heb verricht. Dan zullen jullie inzien dat ik de HEER ben.’ Mozes en Aäron gingen naar de farao en zeiden: ‘Dit zegt de HEER, de God van de Hebreeën: Hoe lang blijft u nog weigeren u aan mij te onderwerpen? Laat mijn volk gaan om mij te vereren. Weigert u mijn volk te laten gaan, dan stuur ik morgen sprinkhanen op uw rijk af. Die zullen het land in zulke dichte zwermen bedekken dat er geen stukje grond meer te zien is. Ze zullen het weinige dat er na de hagel is overgeschoten opvreten en alle bomen die weer uitgelopen zijn kaalvreten. Uw paleis en de huizen van uw hovelingen en van alle andere Egyptenaren zullen er vol mee komen te zitten. Zoiets is op aarde nog nooit voorgevallen, eerdere generaties hebben zoiets nooit meegemaakt.’ Hierna keerde Mozes zich om en verliet het paleis. De hovelingen zeiden tegen de farao: ‘Hoe lang moet die man ons nog in de ellende storten? Laat die Israëlieten toch gaan om de HEER, hun God, te vereren. Ziet u dan nog steeds niet in dat Egypte zo te gronde gaat?’ Daarop werden Mozes en Aäron opnieuw bij de farao gebracht, en nu zei deze: ‘Ga de HEER, jullie God, dan maar vereren. Maar wie gaan er eigenlijk mee?’ Mozes antwoordde: ‘We gaan met jong en oud, met onze zonen en dochters, en we nemen ook onze schapen, geiten en runderen mee, want we gaan ter ere van de HEER een feest vieren.’ ‘Ik zou jullie nog eerder de hulp van de HEER toewensen,’ zei de farao, ‘dan dat ik jullie met je kinderen laat gaan! Jullie zijn niet veel goeds van plan. Het gebeurt niet! Alleen de mannen mogen gaan om de HEER te vereren. Dat is toch wat jullie wilden?’ En hij liet hen uit het paleis wegjagen.

Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Strek je arm uit over Egypte, dan komen er sprinkhanen, die alle planten zullen opvreten die de hagel heeft overgelaten.’ Mozes strekte zijn staf uit over Egypte, en toen liet de HEER die hele dag en die hele nacht een oostenwind over het land waaien. Toen de morgen aanbrak, had de wind de sprinkhanen aangevoerd. In grote zwermen streken ze in heel Egypte neer. Nooit eerder was er zo’n sprinkhanenplaag geweest en nooit zal er meer zo’n plaag komen. Overal zag de grond zwart van de sprinkhanen. Ze vraten alle planten en vruchten op die de hagel had overgelaten, zodat er nergens in Egypte aan bomen of planten nog iets groens te bekennen viel.

Haastig ontbood de farao Mozes en Aäron. ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER, uw God, en tegen u,’ zei hij. ‘Vergeef me mijn zonde nog deze ene keer en bid de HEER, uw God, dat hij mij nog van deze ene dodelijke plaag verlost.’ Hierop verliet Mozes het paleis en bad tot de HEER. En de HEER liet de wind draaien en aanzwellen tot een krachtige westenwind, die de sprinkhanen de Rietzee in joeg. In heel Egypte bleef geen sprinkhaan [...]

20 min.

Top-podcasts in Religie en spiritualiteit

De Ongelooflijke Podcast
NPO Radio 1 / EO
Eerst dit
NPO Luister / EO
KUKURU
Giel Beelen
De Verwondering Podcast
NPO 2 / KRO-NCRV
Kloostercast
NPO 2 / KRO-NCRV
Dit is de Bijbel
NPO Luister / EO