17 min

S3, A13: De worm aan het kruis - deel 2 Bijbellezen met Jan

    • Kristendom

In deze aflevering gaan we verder met Matteüs' verslag van de kruisiging van Jezus. Hierin klinken veel echo's door van het Oude Testament, vooral van Psalm 22. Als je deze psalm leest naast Matteüs, geeft dat een nieuwe emotionele laag.
Transcriptie
Hoi, en welkom terug bij de Bijbellezen met Jan-podcast. In de vorige aflevering stonden we stil bij de kruisiging van Jezus zoals beschreven door Matteüs.

Zoals ik toen uitlegde, had Matteüs een grote uitdaging. De mensen in zijn tijd geloofden dat Jezus een oplichter was, terwijl Matteüs juist wilde laten zien dat Jezus de nieuwe Mozes en de nieuwe David was, maar ook de lijdende knecht uit Jesaja. Matteüs schildert in zijn evangelie een portret van Jezus, waarin Jezus een lijdende koning is.

Zo kreeg hij een houten stok, een doornenkroon en een roodpaarse mantel. Die kleur roodpaars kon alleen gekregen worden dankzij een wormachtig insect dat zicht vasthecht aan het hout en roodpaars kleurt als het sterft. Heb je de vorige aflevering niet geluisterd, dan raad ik je zeker aan omdat alsnog te doen. Dat kan ook na deze aflevering.

Hoe dan ook, laten we het gedeelte in Matteüs lezen en dan kijken hoe Jezus niet alleen een lijdende koning is, maar ook wordt als een worm.

Matteüs 27:31-54

Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem zijn kleren weer aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen.

Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd werd, wat ‘schedelplaats’ betekent. Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen Hij die geproefd had, weigerde Hij ervan te drinken.

Nadat ze Hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, en ze bleven daar zitten om Hem te bewaken. Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast Hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van Hem, de ander links.

De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem: ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als Je de Zoon van God bent, red jezelf dan en kom van dat kruis af!’

Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch koning van Israël? Laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die Hem nu dan redden, als Hij Hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ Precies zo beschimpten Hem de misdadigers die samen met Hem gekruisigd waren.

Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’

Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hij roept om Elia!’ Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in water met azijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken. De anderen zeiden: ‘Laten we nu maar eens zien of Elia Hem komt redden.’ Jezus riep opnieuw, luidkeels, en gaf de geest.

Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en verschenen aan een groot aantal mensen.

Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’

Het zijn de details die dit verslag van Matteüs zo boeiend mak

In deze aflevering gaan we verder met Matteüs' verslag van de kruisiging van Jezus. Hierin klinken veel echo's door van het Oude Testament, vooral van Psalm 22. Als je deze psalm leest naast Matteüs, geeft dat een nieuwe emotionele laag.
Transcriptie
Hoi, en welkom terug bij de Bijbellezen met Jan-podcast. In de vorige aflevering stonden we stil bij de kruisiging van Jezus zoals beschreven door Matteüs.

Zoals ik toen uitlegde, had Matteüs een grote uitdaging. De mensen in zijn tijd geloofden dat Jezus een oplichter was, terwijl Matteüs juist wilde laten zien dat Jezus de nieuwe Mozes en de nieuwe David was, maar ook de lijdende knecht uit Jesaja. Matteüs schildert in zijn evangelie een portret van Jezus, waarin Jezus een lijdende koning is.

Zo kreeg hij een houten stok, een doornenkroon en een roodpaarse mantel. Die kleur roodpaars kon alleen gekregen worden dankzij een wormachtig insect dat zicht vasthecht aan het hout en roodpaars kleurt als het sterft. Heb je de vorige aflevering niet geluisterd, dan raad ik je zeker aan omdat alsnog te doen. Dat kan ook na deze aflevering.

Hoe dan ook, laten we het gedeelte in Matteüs lezen en dan kijken hoe Jezus niet alleen een lijdende koning is, maar ook wordt als een worm.

Matteüs 27:31-54

Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem zijn kleren weer aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen.

Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd werd, wat ‘schedelplaats’ betekent. Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen Hij die geproefd had, weigerde Hij ervan te drinken.

Nadat ze Hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, en ze bleven daar zitten om Hem te bewaken. Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast Hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van Hem, de ander links.

De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem: ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als Je de Zoon van God bent, red jezelf dan en kom van dat kruis af!’

Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch koning van Israël? Laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die Hem nu dan redden, als Hij Hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ Precies zo beschimpten Hem de misdadigers die samen met Hem gekruisigd waren.

Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’

Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hij roept om Elia!’ Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in water met azijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken. De anderen zeiden: ‘Laten we nu maar eens zien of Elia Hem komt redden.’ Jezus riep opnieuw, luidkeels, en gaf de geest.

Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en verschenen aan een groot aantal mensen.

Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’

Het zijn de details die dit verslag van Matteüs zo boeiend mak

17 min