Hartje Stad Babette Rijkhoff & Janneke Aronson

Iedereen sterft, maar niemand is dood. Het overlijden van een dierbaar persoon is één van de ingrijpendste gebeurtenissen die we kunnen meemaken. Het leven gaat door, maar is nooit meer als voorheen.

In Rouwkost hoor je hoe mensen die niet meer in leven zijn, in leven worden gehouden. Hoe ze met alledaagse rituelen tastbaar worden gemaakt. Rouwkost gaat over het loslaten én het vasthouden van een dierbare. Want iedereen sterft, maar niemand is dood.

Drie jaar geleden stond Caja in lingerie en lieslaarzen op een van de boten van het Zandpad. Ze is gek op het verleidingsspelletje. Wel vindt ze het jammer dat ze het gevoel heeft dat ze niet trots mag zijn op haar beroep. "Sommige mannen zijn heel erg eenzaam. Ze hebben geen vriendin of hun vrouw is ziek of overleden. Die mannen hebben echt een beetje liefde nodig."

Samen met vier zusters leeft en werkt zuster Maria in klooster Cenakel in het Utrechtse Zuilen. Ze was achttien jaar toen ze intrad. De zusters verlaten het klooster alleen in uitzonderlijke gevallen. Daarom wordt Cenakel ook wel een slotklooster genoemd. “Ik kan mij niet voorstellen dat een man mij gelukkiger kan maken dan Jezus. Ik mis niks. Ik heb echt alles.”

De Utrechtse kistenmaker Radboud vond het vluchtelingendebat in de media veel te ver van zich afstaan. Daarom ging hij zelf kijken in de Jaarbeurs, waar destijds de vluchtelingen werden opgevangen. Hij raakte bevriend met zes Syriërs, waaronder Aman. Radboud geeft ze advies over de meest uiteenlopende onderwerpen en hoe daar in het Westen over wordt gedacht. Liefde bijvoorbeeld. En meisjes. En Tinder. “Als je een vrouw wil ontmoeten, dan is internet wel heel makkelijk. Probeer het maar uit.”

Je hebt Wilja vast wel eens door het park in de wijk Lombok zien lopen. In een oude buggy haar twee kleinste hondjes, de drie grote aan de riem ernaast. In totaal heeft ze wel vijftig huisdieren gehad. Ze heeft haar leven gewijd aan het opvangen van mishandelde honden. En de dieren geven haar ook liefde, vooral als ze niet lekker in haar vel zit. “Ik noem ze ook wel mijn levensverzekering als je begrijpt wat ik bedoel.”