11 min

7 Buiten of binnen Evenwicht, je leven

    • Mental Health

In het boek Evenwicht in uitvoering gaat hoofdstuk 13 over Buiten en binnen. Over het benig en vliezig labyrint en de driedimensionaliteit van de evenwichtsorganen. En ook over wat er om je heen kan gebeuren en invloed heeft via de evenwichtsorganen naar het limbische systeem en het voelen van ritme. 
De titel heeft ook nog een andere vraag naar boven gebracht, ben ik liever buiten of binnen? 
(eigen foto van H13 in het boek)
Volledig transcript:
Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord... Je luistert naar Paula Hijne. En ik maak deze podcast naar aanleiding van het boek 'Evenwicht, in uitvoering'.. Dit is seizoen 6, aflevering 7: Buiten of binnen.
In het boek 'Evenwicht, in uitvoering' staat hoofdstuk 13 en dat heeft de titel: Buiten en binnen. Ik heb sowieso elke titel van de hoofdstukken in het boek... heb ik heel zorgvuldig gekozen. En dit hoofdstuk, hoofdstuk 13, gaat over alle dingen die van buitenaf komen die van invloed zijn op wat er binnen in het lichaam gebeurt. En het begint met een liedje.
(zingt)
Doe je linkerbeen erin
doe je linkerbeen eruit

In, uit, in, uit

schudden tot besluit

en we doen de hokey pokey

en we draaien in het rond

stamp maar op de grond.
Nou, daar begint dus die tekst mee. Dat heeft te maken met het 'in, uit'. Dat vond ik wel heel toepasselijk. Daarna ga ik dan vertellen over ‘het benig en vliezig labyrint.’ Dat is heel specifiek over dat fysieke evenwicht. En het benig labyrint, dat zit in het rotsbeen en dat is een soort schokbreker voor de evenwichtsorganen die daar dan in zitten. Dat benig labyrint daar zit de perilymfe vloeistof in. In dat benig labyrint, in die vloeistof, ligt het vliezig labyrint. En dat vliezig labyrint is gevuld met de endolymfe. Dat zijn die halfcirkelvormige kanalen en de statolietorganen met daarbij ook nog het slakkenhuis. En in dat hoofdstuk ga ik dan heel, ja, precies in op hoe dat werkt, op celniveau zelfs, daar bij die halfcirkelvormige kanalen en bij die statolietorganen. Dat vond ik een heel moeilijk verhaal en ik heb geprobeerd om dat op een eenvoudige manier zó te beschrijven, dat je meegenomen wordt in hoe dat dan, nou ja, dat je een soort beeld erbij krijgt. Dat ga ik niet helemaal nu vertellen, dat kan je lezen in dat boek.
Maar wat daar de bedoeling van is: dat driedimensionaal bereik komt. Want de wereld zoals wij die zien die is driedimensionaal, want in één blik zien we lengte, breedte en diepte. En ons lichaam bevindt zich in die driedimensionale ruimte. We kunnen ons hoofd en lichaam bewegen naar links, rechts en van voor naar achter en zijwaarts kantelen en ons lichaam kan ook omhoog en omlaag bewegen. En al die verschillende richtingen, die kunnen we allemaal voelen. En zo kunnen we ons ruimtelijk oriënteren. De evenwichtsorganen die zorgen ervoor dat we dat dus kunnen voelen. En al die héle kleine, ja, trilhaartjes, al die kleine trilhaartjes, die zitten in die halfcirkelvormige kanalen en de statolietorganen, die zijn zó georiënteerd dat dat driedimensionale bereik ook mogelijk is. Bij de statolietorganen staan ze op een bepaalde manier en bij de halfcirkelvormige kanalen, omdat het drie verschillende kanalen zijn, die zorgen dan voor die driedimensionaliteit, daarom dat we dat kunnen voelen.

Het is een heel interessant gegeven en tegelijkertijd dus best heel ingewikkeld. En toch heb ik het dus geprobeerd om het helder te krijgen. Bij bijvoorbeeld ja-knikken, dan buig je voorover, dan geven de voorste halfcirkelvormige kanalen, die geven dan héél veel impulsen, want de endolymfe die stroomt een bepaalde kant op. En de achterste kanalen, die krijgen dan heel weinig impulsen, want daar stroomt de endolymfe de andere kant op. En als je je hoofd rechtop brengt, dan kantel je je hoofd eigenlijk een stukje naar achteren en dan is het andersom. Dan zijn de achterste kanalen, die geven heel veel impulsen en de voorste kanalen geven dan weinig impulsen. En daar

In het boek Evenwicht in uitvoering gaat hoofdstuk 13 over Buiten en binnen. Over het benig en vliezig labyrint en de driedimensionaliteit van de evenwichtsorganen. En ook over wat er om je heen kan gebeuren en invloed heeft via de evenwichtsorganen naar het limbische systeem en het voelen van ritme. 
De titel heeft ook nog een andere vraag naar boven gebracht, ben ik liever buiten of binnen? 
(eigen foto van H13 in het boek)
Volledig transcript:
Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord... Je luistert naar Paula Hijne. En ik maak deze podcast naar aanleiding van het boek 'Evenwicht, in uitvoering'.. Dit is seizoen 6, aflevering 7: Buiten of binnen.
In het boek 'Evenwicht, in uitvoering' staat hoofdstuk 13 en dat heeft de titel: Buiten en binnen. Ik heb sowieso elke titel van de hoofdstukken in het boek... heb ik heel zorgvuldig gekozen. En dit hoofdstuk, hoofdstuk 13, gaat over alle dingen die van buitenaf komen die van invloed zijn op wat er binnen in het lichaam gebeurt. En het begint met een liedje.
(zingt)
Doe je linkerbeen erin
doe je linkerbeen eruit

In, uit, in, uit

schudden tot besluit

en we doen de hokey pokey

en we draaien in het rond

stamp maar op de grond.
Nou, daar begint dus die tekst mee. Dat heeft te maken met het 'in, uit'. Dat vond ik wel heel toepasselijk. Daarna ga ik dan vertellen over ‘het benig en vliezig labyrint.’ Dat is heel specifiek over dat fysieke evenwicht. En het benig labyrint, dat zit in het rotsbeen en dat is een soort schokbreker voor de evenwichtsorganen die daar dan in zitten. Dat benig labyrint daar zit de perilymfe vloeistof in. In dat benig labyrint, in die vloeistof, ligt het vliezig labyrint. En dat vliezig labyrint is gevuld met de endolymfe. Dat zijn die halfcirkelvormige kanalen en de statolietorganen met daarbij ook nog het slakkenhuis. En in dat hoofdstuk ga ik dan heel, ja, precies in op hoe dat werkt, op celniveau zelfs, daar bij die halfcirkelvormige kanalen en bij die statolietorganen. Dat vond ik een heel moeilijk verhaal en ik heb geprobeerd om dat op een eenvoudige manier zó te beschrijven, dat je meegenomen wordt in hoe dat dan, nou ja, dat je een soort beeld erbij krijgt. Dat ga ik niet helemaal nu vertellen, dat kan je lezen in dat boek.
Maar wat daar de bedoeling van is: dat driedimensionaal bereik komt. Want de wereld zoals wij die zien die is driedimensionaal, want in één blik zien we lengte, breedte en diepte. En ons lichaam bevindt zich in die driedimensionale ruimte. We kunnen ons hoofd en lichaam bewegen naar links, rechts en van voor naar achter en zijwaarts kantelen en ons lichaam kan ook omhoog en omlaag bewegen. En al die verschillende richtingen, die kunnen we allemaal voelen. En zo kunnen we ons ruimtelijk oriënteren. De evenwichtsorganen die zorgen ervoor dat we dat dus kunnen voelen. En al die héle kleine, ja, trilhaartjes, al die kleine trilhaartjes, die zitten in die halfcirkelvormige kanalen en de statolietorganen, die zijn zó georiënteerd dat dat driedimensionale bereik ook mogelijk is. Bij de statolietorganen staan ze op een bepaalde manier en bij de halfcirkelvormige kanalen, omdat het drie verschillende kanalen zijn, die zorgen dan voor die driedimensionaliteit, daarom dat we dat kunnen voelen.

Het is een heel interessant gegeven en tegelijkertijd dus best heel ingewikkeld. En toch heb ik het dus geprobeerd om het helder te krijgen. Bij bijvoorbeeld ja-knikken, dan buig je voorover, dan geven de voorste halfcirkelvormige kanalen, die geven dan héél veel impulsen, want de endolymfe die stroomt een bepaalde kant op. En de achterste kanalen, die krijgen dan heel weinig impulsen, want daar stroomt de endolymfe de andere kant op. En als je je hoofd rechtop brengt, dan kantel je je hoofd eigenlijk een stukje naar achteren en dan is het andersom. Dan zijn de achterste kanalen, die geven heel veel impulsen en de voorste kanalen geven dan weinig impulsen. En daar

11 min