Opening Week van de Rechtsstaat | 'Een repeterende breuk in onze sociale systemen'
"We hebben tot nu toe verzuimd om wetten te maken en staatsgedrag te vertonen die onze democratische gemeenschap niet alleen als uitgangspunt hebben. Maar die een democratische gemeenschap ook als uitkomst hebben." Een repeterende breuk in onze sociale systemen Lezing uitgesproken in aanwezigheid van leden van Tweede Kamer, de voorzitter van de Eerste Kamer, de vice-president en leden van de Raad van State, de president van de Hoge Raad, de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak en hun gasten. (Ja, Marije was nerveus.) “Hoe gaat het met u? Als u uw woonlasten kunt betalen zonder er een boterham minder om te hoeven eten, schat ik in: best goed. En als ik de directeur van De Nederlandse Bank Klaas Knot, serieus neem, en waarom zou ik dat niet doean, is die aanname ook best logisch. Want het gaat goed met de Nederlandse economie. Maar, stelt Knot:‘Het economische succes komt niet gelijkelijk bij verschillende groepen in de samenleving terecht.’ Er is kennelijk geld genoeg. Je moet er alleen aan zien komen. Er is een groep mensen in onze samenleving die dus niet in staat is om dit geld te ontvangen. De rest van de mensen, wij dus, zeggen dan dat deze mensen ‘doenvermogen’ missen. Daar kun je hulp voor krijgen. Niet van een advocaat, een accountant of een politicus met voldoende invloed. Nee, mensen die de prijs van ons economische succes betalen, vaak met dikke rente, kunnen terecht in de bibliotheek of in de BOP op de Willem Klooslaan waar een lieve vrijwilliger of maatschappelijk werker zit. Die gaat ze helpen om hele kleine stukjes van dat vele geld alsnog te pakken te krijgen. Voor hun woonarmoede, chronischeziekte-armoede, menstruatiearmoede, sportclubarmoede, witgoedarmoede, schoolspullenarmoede, winterjasarmoede, vervoersarmoede, de armoede omdat hun euro’s het tochtige corporatieraam uitwaaien en voor de ontbijtarmoede van hun kinderen. Ze gaan dan gezellig samen van alle kastjes naar alle muren wandelen. Ook goed tegen de eenzaamheid. Ach, ik hoef u dit allemaal niet te vertellen, want de boter op ons hoofd loopt langs onze slapen. Wij zijn immers coproducenten van deze ellende, u en ik. Want ik ben dan wel actieve bewoner en maatschappelijk initiatiefnemer, maar ik was ooit ook gemeenteraadslid, ik ben nu onderzoeker in het publieke domein en rekenkamerlid en dus produceerde ik een deel van deze ellende. En u vast ook, met een van uw staatspetten op. Dus we vinden dit allemaal ook heel erg en willen dat er nu echt, maar dan echt en snel een beetje, eindelijk eens echt iets aan moet gebeuren. En alom is de sussende de oplossing: we moeten meer in gesprek gaan met “de mensen voor wie we het doen”. Dat betekent meestal slechts een klein afgezet stukje invloed. Een 'burgerlosloopgebied'. En natuurlijk luisteren naar ‘de mensen in de uitvoering’. Niet top down, maar bottom up. Dat levert meestal op dat we die mensen de beleidsbubbel in zuigen en ze vervolgens in een onveranderde wereld weer uitspuwen. Het vinkje achter de 'uitvoeringstoets' kan gezet. Want onze instituties kunnen zich ondertussen al jaren niet goed verhouden tot de enorme complexiteit en diversiteit in de samenleving. Dat levert de giftige cocktail van sturingsdrift en onkunde op waar de beleidsbubbel zich mee vult. ‘Er is een reëel gevaar dat de overheid straks regeert over een papieren berg, terwijl de maatschappelijke werkelijkheid volstrekt anders is,’ zei Saskia Stuiveling van de Algemene Rekenkamer in 2003. Toen heette zo’n rapport nog neutraal ‘Tussen beleid en uitvoering’. Anno vandaag zitten we Klem tussen balie en beleid en zien we Ongekend onrecht en Eigentijdse ongelijkheid. Wij hebben deze kuil met zijn allen gegraven. Met allerlei goede intenties gebruikmakend van onze sociale systemen en logica’s van besturen, politiek bedrijven, recht spreken en ambtelijk loyaal uitvoeren, met een beetje vakmanschap en expertise en her en der wat tegenspraak. Inmiddels is de kuil zo diep dat